Uitgelicht

Wat vind jij?

Op deze discussiesite roept de redactie van het provinciaal Groninger GroenLinks ledenblad Wenakker jou op je mening te geven over belangrijke thema’s. Een redacteur geeft een voorzet in de vorm van een prikkelend stukje. Onderaan elk artikel is ruimte voor een reactie. Alleen serieuze reacties voorzien van eigen naam en mailadres worden geplaatst!

Onvoorwaardelijk basisinkomen

Pro

Gratis geld

Stel je eens voor: Nederland over een jaar of tien. Een alleenstaande moeder  met twee kinderen heeft een baan van één dag in de week achter de kassa.  Vindt ze leuk. Door dat baantje en een basisinkomen kan ze aardig rondkomen. Meer hoeft niet. Ze heeft nu tijd om voor haar kinderen en voor haar moeder te zorgen en ze hoeft niet te reageren op allerlei signalen van het UWV  om  haar richting arbeidsmarkt te manoeuvreren. Een utopie?  Sjoerd van Dorp vindt van niet. Hij legt hierna uit waarom niet.

Het basisinkomen is een onvoorwaardelijke, maandelijkse toelage voor iedereen – arm of rijk, jong of oud, man of vrouw,  werkloos of overwerkt. Het zou genoeg moeten zijn om van te (over)leven en je mag helemaal zelf weten wat je ermee doet.

Werk en inkomen

Is  werk voor de gemiddelde mens alleen een inkomen of is het meer? Zou u blijven werken als  u een basisinkomen zou ontvangen? In een onderzoek uit 2012 antwoordt 60% van de ondervraagden volmondig ja, 30% zegt wel te blijven werken, maar minder om tijd vrij te maken voor andere dingen. Slechts 10% geeft toe eerst eens lekker lang uit te slapen en dan maar verder zien: reizen, voor anderen zorgen of een studie beginnen.

Werk is voor bijna iedereen meer dan alleen inkomen. Contact met je medemens, leuk en zinvol bezig zijn en voor vol worden aangezien. Deze sociale component is noodzakelijk voor een gezonde, goed functionerende maatschappij. Mensen die, om wat voor reden dan ook, geen betaald werk hebben, vallen buiten de boot. Zonder een baan maar met een uitkering kom je terecht in een mallemolen van instroomprojecten, verplichte scholing, begeleiding naar werk, sollicitatieplicht en controle.  Mensen zonder werk missen niet alleen een redelijk inkomen, maar ook de broodnodige sociale integratie, de opbrengst van de sociale kant van werk.

Volledige werkgelegenheid is een illusie

Dankzij de robotisering en automatisering is de arbeidsproductiviteit enorm toegenomen. Dit wordt in de toekomst alleen maar meer. Met andere woorden, we produceren steeds meer in steeds minder tijd en met steeds minder mensen. Allerlei banen verdwijnen en het aantal andersoortige banen dat daarvoor terugkomt compenseert dit onvoldoende. Alleen in de ICT zal de vraag naar (goedgeschoold) personeel nog wel een tijdje toenemen.

Kortom, er is niet genoeg werk voor iedereen. Volledige werkgelegenheid wordt, bij de huidige arbeidsverhoudingen, zelfs een illusie. Toch houden  veel instanties, politieke partijen en vakbonden vast aan het idee van een volledige werkgelegenheid als hoogste doel. Ze blijven streven naar het terugdringen van de werkloosheid.

Hoe betalen we een onvoorwaardelijk basisinkomen?

Het CPB heeft al in 2006 enkele modellen doorgerekend

Alle modellen die ik gevonden heb, hebben een aantal dingen gemeen, te weten:

  • geleidelijk afschaffen van de loon- en inkomstenbelasting (het inkomen van de staat is voor 56% afhankelijk van deze belastingen);
  • geleidelijk afschaffen van (bijna) alle uitkeringen en aftrekposten;
  • geleidelijk verhogen van de btw in een aantal stappen;
  • het basisinkomen in de diverse modellen varieert tussen de €1.000 (AOW/bijstandsniveau) tot €1.400 (60% modaal) per maand.

Bij alle berekeningen worden de verwachte (veelal ook kostenbesparende) neveneffecten niet meegenomen, zoals minder ziekte, meer studeren, minder beroep op psychische hulp en minder justitieel ingrijpen.

Een becijferd voorbeeld

Robin Ketelaars rekent in 2013 op zijn blog Vrijheid maakt arbeid voor hoe je een basisinkomen van €1.435 per maand kunt financieren. In zijn model wordt dat bedrag toegekend aan mensen vanaf 21 jaar. Daaronder krijgt ook iedereen geld, maar minder. Het model kost 244 miljard per jaar. De kosten worden gedekt door:

  • Geleidelijke verhoging van de btw naar 50%, waarmee weer 122 miljard wordt teruggehaald. Omdat de btw nu 42 miljard oplevert, wordt daarmee 80 miljard extra binnengehaald.
  • Afschaffing sociale zekerheid levert 169 miljard op.
  • Totaal: 249 miljard. Dus een positief resultaat van 5 miljard. Daartegenover staan minder inkomsten voor de overheid door de afschaffing van loon- en inkomstenbelasting. Dat kost 47 miljard. Verreken hiermee het positieve resultaat en je hebt een tekort van 42 miljard. Doe daar ook nog het begrotingstekort van 13,5  miljard bij en je hebt een gat van 55,5 miljard.

Ketelaars wil dat gat vullen door:

  • Verhoging van de belasting op dividend en de vennootschapsbelasting met in totaal 16 miljard.
  • Invoering van een belasting bij banken van 1,7 % (niet ongerechtvaardigd, want zij hebben minder loonkosten door de invoering van het basisloon): dat zou 42,5 miljard opleveren.
  • Met deze 58,5 miljard zou het gat meer dan gevuld zijn.

Ketelaars denkt dat zijn aanpak in een zevenstappenplan in ongeveer zeven jaar kan worden uitgevoerd en gaat uit van een geleidelijke verschuiving van loon- en inkomstenbelasting naar btw. Dit rekenvoorbeeld dateert uit 2013. Bij de net gepubliceerde cijfers valt het tekort gunstiger uit!

Laten we een duidelijke stip op de politieke horizon zetten om naartoe te werken.

Sjoerd van Dorp

 Contra

Basisinkomen: mooi idee, maar te veel haken en ogen

Eigenlijk is een onvoorwaardelijk basisinkomen een utopisch voorstel: in een ideale maatschappij zou iedereen hetzelfde inkomen  kunnen hebben. Wat het actueel maakt is de afbraak van werkgelegenheid door robotiseringen en automatisering. Als niemand meer hoeft te werken, dan is het mooi dat iedereen een basisinkomen heeft. Op een dergelijke maatschappij kunnen we echter niet vooruitlopen door de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen.

Bezwaren

Het onvoorwaardelijke karakter van het basisinkomen zorgt ervoor dat iedereen, dus ook de meer dan honderdduizend miljonairs die Nederland telt en mensen met goed betaalde banen, recht op een basisinkomen heeft. Dat is misschien consequent, maar niet helemaal eerlijk. Een tweede gevolg is dat gezinnen met twee volwassen kinderen vier keer een basisinkomen krijgen, terwijl hun vaste lasten echt niet vier keer zo groot zijn als die van een alleenstaande. Als een aantal mensen in dat gezin dan ook nog een baan heeft en de alleenstaande niet, dan worden de verschillen wel erg groot.

De landelijke werkgroep economie van GroenLinks heeft in een artikel een opsomming gegeven van de praktische gevolgen van een basisinkomen.

  • Het vormt een afkoopregeling voor de kansarmen op de arbeidsmarkt: voor hen hoeft niets meer gedaan te worden.
  • Het verschaft (loon)subsidies aan bedrijven en aan individuen die dat niet nodig hebben.
  • Het legitimeert een nog verder terugtredende overheid, waardoor publieke taken die niet door de markt worden opgepakt worden afgeschoven op vrijwilligers en mantelzorgers.
  • Het geeft bedrijven een excuus om niet in te gaan op een moreel beroep om laagproductieve of gehandicapte werknemers in dienst te nemen.

Op basis van al deze overwegingen zal de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen leiden tot een voortschrijdende sociale tweedeling en groeiende inkomensongelijkheid. Dat kan niet het doel van GroenLinkse politiek zijn.

Henk de Weerd

 

 

Economisme en de winkeltijdenwet

Jesse Klaver heeft bij zijn aantreden als fractievoorzitter de aandacht op zich gevestigd met zijn boek ‘De mythe van het economisme’. Simpel gezegd bepleit hij daarin dat niet alles vertaald moet worden in financiële waarde. Hoe staat het in het licht van strijd tegen het economisme met de verruiming van de openingstijden na de invoering van de Winkeltijdenwet?

Ik ben overtuigd lid van GroenLinks, onder meer omdat GroenLinks zich niet voor het karretje van ‘marktwerking’ en ’24-uur economie’ laat spannen. Ik was dan ook niet enthousiast toen Boris van der Ham (D66) en Ineke van Gent (GroenLinks) in 2010 met een initiatiefwetsvoorstel kwamen om de Winkeltijdenwet te verruimen. Volgens hen was het niet aan Den Haag om te bepalen onder welke voorwaarden winkels op zondag open mogen zijn. Met deze wet werd de gemeenten de volledige vrijheid gegeven om zelf te bepalen of en hoe vaak de winkels op zondag de deuren mogen openen.

De meeste gemeenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om ook op zondag winkels de gelegenheid te geven hun spullen aan de man te brengen. Zij wilden hun eigen winkeliers niet op een achterstand zetten ten opzichte van de concurrentie in andere gemeenten.

Een kort onderzoekje mijnerzijds leert dat winkeliers (ook de grootgrutters) niet veel belang hebben bij deze verruimde openstellingsmogelijkheid. De omzet groeit er niet door, maar de kosten zijn wel hoger. De zondagsopening is vooral ingegeven door de angst klanten te verliezen: ‘Als ik niet open ga, dan verdwijnen de klanten naar een ander die wel op zondag open is.’

Kleine winkeliers en eenmanszaken is helemaal niets gevraagd. Ze moeten hun enige vrije dag opofferen in de slag met grotere winkels of tandenknarsend toekijken hoe hun klanten elders hun inkopen doen.

Met een vrije keuze van ondernemers heeft dat allemaal niets te maken. De openstelling van winkels op zondag is een typisch voorbeeld van economisme; een praktijk waar GroenLinks zich tegen zou moeten uitspreken.

Ger Zuiderveen

Het referendum

Met het eerste landelijke referendum op komst (dat over het verdrag met de Oekraïne) worden we als burgers geconfronteerd met de vraag ‘wat ga ik stemmen?’  Het is niet eenvoudig want de argumenten voor en tegen zijn nogal van verschillend niveau. Kies je als burger voor het zelfbeschikkingsrecht van Oekraïne (wat dat ook precies moge betekenen), of moeten we toch maar rekening houden met de behoefte van Rusland aan een ring die het land beschermt tegen het als agressief ervaren West-Europa. Hoeveel tijd wil je besteden aan het vinden en afwegen van argumenten? Of ga je voor de makkelijke weg en stem je niet of volg je het stemadvies van je favoriete partij?
Het voorbeeld van de Oekraïne laat zien dat een referendum voor de burger geen eenvoudige opdracht is. Is een referendum eigenlijk wel een goed idee?

Pro

Het is niet meer dan logisch dat mensen zelf kunnen beslissen over de wetten die hun leven beheersen.  Het referendum is de vorm van volksraadpleging die het dichtst bij dat ideaal komt: ieder volwassen persoon kan zijn mening geven en wat de meerderheid vindt wordt uitgevoerd.

De vertegenwoordigende democratie, waarbij de mensen hun politieke macht  in handen geven van door hen gekozen partijen en/of personen, is niet meer dan een tussenstapje in de ontwikkeling naar volledige democratie.  Was het in het oude Athene – de stad waar de democratie als regering van het volk is uitgevonden – nog mogelijk dat alle mensen op één plek bij elkaar kwamen om te discussiëren en besluiten te nemen, in landen was dat niet te realiseren. Je kunt niet iedereen naar Den Haag laten komen om mee te beslissen. Dan zou er verder in het land immers niets meer gebeuren. Vandaar dat met de opkomst van de moderne democratie beslissingen worden genomen door afgevaardigden: mensen die een streek, een bepaalde mening of een kijk op de wereld vertegenwoordigen.

Dat is niet meer nodig, want door het inzetten van internet kan iedereen meepraten  en –beslissen over politieke kwesties.  Dagelijks met je Digid je stem uitbrengen! Dat is waar we heen moeten en waar we heen kunnen, want met de toekomstige vermindering van de tijd waarin we moeten werken, krijgen we meer tijd om ons op het hart van onze samenleving te werpen: de politiek.

Contra

De burger krijgt inspraak, wie kan daar nou tegen zijn? Echter, een referendum is vrijwel altijd gebaseerd op een ongenuanceerd JA of NEE van de kiezer. Kennis van zaken wordt niet gevraagd. Het dieptepunt waren wel de burgemeester-referenda. Mensen kozen een kandidaat-burgemeester omdat ‘hij/zij wel sympathiek lijkt!’ Het referendum dat op 6 april gehouden wordt (het associatieverdrag met Oekraïne) is zo mogelijk nog erger. Kent de kiezer alle gevolgen van zijn JA of NEE? Wie heeft de moeite genomen om zich te verdiepen in het onderwerp? Het zijn vooral de populisten die erop aandringen, dat we overal over mee moeten praten. Kennis van zaken niet noodzakelijk, volg maar de framing van een voor- of tegenstander.

Het referendum – elk referendum –  is een tamelijk onzinnig instrument, waarmee de schijn van democratie wordt opgehouden. Onze eigen GroenLinks heeft het referendum hoog in het vaandel staan en heeft het via een initiatiefwet voor burgers mogelijk gemaakt om een raadgevend referendum aan te vragen. Ik stel daar tegenover dat een referendum geen aanvulling is op de democratie, eerder een ondermijning. Een raadgevend referendum tast de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid aan van de gekozen politici. Verkiezingen op basis van een partijprogramma met meerdere items is afdoende. Je maakt dan niet een ongenuanceerde zwart-witkeuze, maar geeft een richting aan, waarmee de politici op pad kunnen.

Als er dan toch een geldverslindend referendum moet komen: laat het dan een referendum zijn over het referendum zelf.

 

 

 

Steun Oekraïne: stem voor samenwerking

GroenLinks is voor het samenwerkingsakkoord met Oekraïne. Het verdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne is een symbool van het Europa waarin wij geloven, het Europa dat staat voor democratie, respect voor burgerrechten en vrijheid. Zo wordt dat ook in Oekraïne gezien.

Honderdduizenden Oekraïners demonstreerden in de lange winter van 2013 op 2014 in Kiev voor het sluiten van het samenwerkingsverdrag met de Europese Unie. Ook toen de kou aanhield, het politiegeweld toenam en het parlement wetten aannam om demonstraties te verbieden, bleven de mensen demonstreren. Zelfs toen er meer dan honderd demonstranten omkwamen door bruut politiegeweld, namen de protesten verder toe.

De protesten richtten zich tegen de corrupte president Viktor Janoekovytsj die samenwerking met de Europese Unie op bevel van Vladimir Poetin stopzette in ruil voor geld, gunsten en een goede gasdeal met Rusland. Ze richtten zich tegen het graaigedrag van politici, tegen klassenjustitie en onrecht en tegen intimidatie en geweld in het publieke debat. Uiteindelijk vertrok Janoekovytsj overhaast naar Rusland.

De wil van het volk

Het Kremlin legde deze revolutie uit als een daad van agressie van het Westen. In de visie van Poetin doen de mensen er weinig toe. De wil van het volk wordt eenvoudig geregisseerd. Een volksopstand wordt georganiseerd door groene mannetjes, militairen zonder insignes. Een referendum vindt alleen plaats als men zich van tevoren heeft vergewist van de uitslag. De gebeurtenissen op de Krim en de Donbas sindsdien hebben dit wel duidelijk gemaakt. Volgens Poetin moet de strijd uitgevochten worden door de legers te versterken en militaire dreigementen te uiten.

Samenwerken met het Westen

Daartegenover staat een visie van samenwerking. Het samenwerkingsakkoord met Oekraïne is de Europese Unie op zijn best.

Het stelt woorden in de plaats van wapens, samenwerking in de plaats van onderwerping.

Het samenwerkingsverdrag is een Europese overwinning die we moeten omarmen. De Europese Unie bleef in Oekraïne ook tijdens de demonstraties nog proberen om te bemiddelen tussen oppositie, regering én Rusland.

In de ogen van Poetin moet Oekraïne kiezen tussen Rusland en het Westen. Deze keuze willen de Oekraïners niet maken: het land ligt nu eenmaal tussen Rusland en de Europese Unie in. Uitwisseling met de één zal er altijd blijven en daarbij moet samenwerking met de ander ook mogelijk zijn. In de Europese visie is de keuze van Oekraïne dan ook een andere: niet voor een bepaalde windrichting maar voor een eigen koers.

Oekraïne is geen modelland

In Oekraïne is sinds de demonstraties van 2013 en 2014 een nieuwe wind gaan waaien. Niet alles is op slag veranderd. Het is geen modelland zonder extremisme en met een goed functionerende democratische rechtsstaat, maar er is wel een proces op gang gekomen. Naast de superrijke oligarchen zijn er jonge mensen in het bestuur gekomen die het land willen moderniseren. Zij willen de vrijheid om hun mening te uiten, om mee te beslissen en om zelf te ondernemen. Voor hen staat de Europese Unie voor vrijheid, democratie en rechtvaardigheid. Sinds 1991 heeft Oekraïne een grillige koers gevaren. Samenwerking met de Europese Unie biedt hun de beste garantie dat het land in rustiger vaarwater komt.

Dat is ook voor ons een reden om voorstander te zijn van het samenwerkingsverdrag. Wij hebben belang bij een stabiel en democratisch land aan de Europese grenzen.

Wij hebben er belang bij dat geweld en economische chantage niet het laatste woord hebben in de wereld.

Het is in ons eigen belang dat wij op een verstandige wijze omgaan met landen aan onze grenzen waar de stabiliteit niet is gewaarborgd. Maar bovenal staan we achter een Europa als symbool voor vrijheid, democratie en mensenrechten. Dat samenwerking als belangrijkste instrument gebruikt in haar internationale relaties.

Natuurlijk kan de wijze waarop Europa werkt soms frustrerend zijn. Het samenwerkingsverdrag met Oekraïne is een saai en taai document dat invoertarieven regelt en ambtelijke overleggen vormgeeft. Het telt honderden pagina’s juridische taal die als zodanig weinig inspirerend zijn. Maar het akkoord is niet alleen voor bureaucraten of juristen.

Overwinning voor de redelijkheid van de dialoog

Het is een verdrag met een grote symbolische betekenis, voor Oekraïne, maar ook voor de buitenlandse politiek van de Europese Unie. De macht én de aantrekkingskracht van onze Unie is gelegen in samenwerken, onderhandelen en praten, steeds maar weer aan tafel zitten en blijven zitten. Soms gaat dat langzaam, moeten we een stapje terug, raken we gefrustreerd, maar vaak worden er successen geboekt. Het samenwerkingsverdrag met Oekraïne is zo’n succes. Het akkoord is een overwinning voor de redelijkheid van de dialoog.

Daarom gaan wij op 6 april ja stemmen bij het referendum.

Dit opinie-artikel van fractievoorzitter Jesse Klaver en Europarlementariër Bas Eickhout stond in aangepaste vorm op 26 februari in de Volkskrant.

Zie ook
https://groenlinks.nl/oekra%C3%AFne